0190295105105
Componist | Korngold / Bruch / Ravel |
Titel | Transmission |
Artiest | Edgar Moreau |
Artikel nr. | 0190295105105 |
EAN Code | 0190295105105 |
Aantal CD's | 1 |
Label | PLG UK Classics |
Releasedatum | 2022-01-14 |
# | Titel & Artiest | Tijd |
---|---|---|
1 | 1. Prayer: Andante moderato — MOREAU | 004:48 |
2 | 2. Supplication — MOREAU | 003:21 |
3 | 3. Jewish song — MOREAU | 003:01 |
4 | 1. Allegro moderato, ma non fuoco — MOREAU | 005:28 |
5 | 2. Grave - Lento — MOREAU | 003:48 |
6 | 3. Allegro moderato — MOREAU | 003:56 |
7 | Kol Nidrei op. 47 (Adagio nach hebräischen Melodien) (für Violoncello und Orchester) — MOREAU | 011:22 |
8 | 1. Lento moderato — MOREAU | 008:56 |
9 | 2. Allegro moderato — MOREAU | 005:49 |
10 | 3. Andante moderato — MOREAU | 008:21 |
11 | 1. Kaddisch: Lent — MOREAU | 005:34 |
12 | 2. L'Enigme éternelle: Tranquillo — MOREAU | 001:23 |
Kol Nidrei van Max Bruch, Schelomo van Ernst Bloch en ook het Celloconcert van Erich Wolfgang Korngold zijn stukken, doordrenkt van klanken uit het joodse geloof en die typisch Joodse melancholie. Een solist die deze sentimenten overdrijft, mist de somberheid én de levenskracht van deze werken. De jonge Franse cellist Edgar Moreau snapt de wereld achter de noten en speelt volgens het gezaghebbende The Strad met ‘subtiele en tintelende schoonheid’ en een ‘betoverende sensitiviteit’. Een hartverscheurend mooie cd waarop de Joodse wereld zonder opsmuk zalig zingt.
Aangenaam Klassiek 2022
Met zijn nieuwe cd keert de cellist Edgar Moreau terug naar de Joodse wortels van zijn moeder. Uiteraard staat Ernest Bloch op het programma, niet alleen met Schelomo, de Hebreeuwse rapsodie voor cello en orkest die hij op zoek naar zijn identiteit tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft gecomponeerd, maar ook met een bewerking voor cello en orkest van de suite From Jewish life. Net als Bloch heeft Erich Wolfgang Korngold een groot deel van zijn leven in de Verenigde Staten doorgebracht. Er is weinig Joods in zijn compacte celloconcert uit 1946 te ontdekken. Dat ligt anders bij de twee werken die traditioneel in dit kader naar voren worden geschoven: Kol Nidrei van Max Bruch en de Mélodies hébraïques van Ravel in een bewerking voor cello en orkest. Daarin geven gebeden uit de Joodse eredienst de toon aan. Zo heeft Moreau een mooi gevarieerd programma samengesteld met bekende en minder bekende composities. Ze vormen een ideaal voertuig voor zijn intens zangerige spel, vaak melancholiek en zachtjes klagend, zonder pathetische excessen of stereotiep geschmier. Het Luzerner Sinfonieorchester klinkt onder leiding van zijn nieuwe chef-dirigent Michael Sanderling bijzonder geïnspireerd. Moreau had zich geen betere partners kunnen wensen.
Eddie Vetter (Klassieke Zaken 1-2022)
COLUMN
Strijdbare Van Poucke wel goed genoeg?
Als – áls ik in dat comité had gezeten, zou ik dan ook zo negatief hebben geadviseerd? Wie thuis is in het wereldje van de klassieke muziek zal meteen begrijpen om wie het gaat: celliste Ella van Poucke. Ze kreeg in november te horen dat ze, vlak voor de eindstreep, na bijna drie jaar vervolgstudie, niet in aanmerking komt voor de Nederlandse Muziekprijs. Een staatsprijs, hier het hoogst haalbare. Vergelijkbaar met een promotie in de wetenschap, las ik ergens.
Van Poucke was verbijsterd. En woedend! Daarom koos ze voor de vlucht naar voren en trok op 7 december van leer in de Volkskrant. Leuke primeur. En voor Ella een mooi podium om haar onvrede kenbaar te maken. Was dat wel verstandig, vraag ik me in alle ernst af. Het bijzondere van deze prijs is juist dat het niet om een regulier concours gaat. Het is een gesubsidieerd studieproject dat uiteindelijk naar een internationale carrière moet leiden.
Daarom moeten alle kandidaten eerst een tentamen afleggen om überhaupt te worden toegelaten. Met hoeveel ‘lof’ je ook bent afgestudeerd aan een Nederlands conservatorium. Om reputatieschade te voorkomen wordt een afwijzing bewust niet bekend gemaakt. Ook niet aan het eind van de rit. Alles wordt gefinancierd door het rijk. Dat is de prijs! Bij Van Poucke gaat het om bijna dertigduizend euro.
Degenen die worden uitverkoren, door een strenge en regelmatig van samenstelling wisselende jury, worden gehuldigd tijdens een prestigieus slotconcert. Meestal in aanwezigheid van de minister of staatssecretaris van cultuur. Mezzo Jard van Nes en pianist Ronald Brautigam behoorden tot de eerste winnaars. Later volgden onder anderen Janine Jansen en Lavinia Meijer, en de cellisten Pieter Wispelwey en Quirine Viersen. Pianist en componist Thomas Beijer is de laatste in de rij. Deze muzikale duizendpoot kreeg hem onlangs in Groningen.
Doordat Ella van Poucke zo pontificaal naar buiten trad met haar ongezouten kritiek op de Muziekprijs zal ze voortaan als die afgewezen celliste te boek staan. Was dat wel haar bedoeling? Had ze daarvoor niet behoed moeten worden? Al heeft ze natuurlijk het volste recht om aan de bel te trekken. Toch heb ik mijn twijfels. De afgelopen veertig jaar waren er veel goeie en soms ook matige winnaars. Zoals gezegd: de verliezers blijven in principe anoniem.
Daarom spijt het me des te meer dat ik me bijna gedwongen voel ook de artistieke kant van deze affaire te belichten. Om alle schijn van partijdigheid te vermijden heb ik Van Pouckes Schumann-cd eind vorig jaar – na haar publicitaire klacht – anoniem bij Concerto gekocht. En heb ik niet, zoals gebruikelijk, een (gratis) recensie-exemplaar aangevraagd. Pijnlijke conclusie: eigenlijk heb ik een beetje spijt van die investering.
Met de opzet – alles van Schumann voor cello en piano of orkest op één cd – is niets mis. Aan de uitvoeringen ontbreekt echter het een en ander. Zoals technisch raffinement, een dwingende visie en levendige articulatie. Ik kan zo twee andere, oudere opnamen met dit repertoire uit mijn platenkast halen die meer boeien. Ik vrees dat de adviescommissie daar ook over is gevallen. Maar dat haar afwijzing het gevolg is van een vermeende gebrekkige organisatie, lijkt me sterk.
Dat het te maken kan hebben met het altijd wat hooghartige, ironische toontje van voorzitter Ad ’s-Gravesande (die Van Poucke het slechte nieuws bracht), daar kan ik me wél iets bij voorstellen. Dat is zijn handelsmerk. Hoe dan ook, voor de gekwetste Ella is niettemin mooi meegenomen dat ze haar cd met financiële steun van het Fonds Podiumkunsten (waar de Nederlandse Muziekprijs tegenwoordig onder valt), heeft kunnen realiseren.
Voor een beter begrip: eerst nog wat historisch perspectief. Vóór 1980 was er alleen een Prix d’Excellence. Ieder conservatorium kon hem naar eigen inzicht aan zijn beste leerlingen toekennen. Doordat men numeriek tegen elkaar ging opbieden (welk conservatorium heeft de meeste P’s!), devalueerde de muzikale waarde van de Prix drastisch. Bovendien kwam er veel kritiek. Geen wonder dat het ministerie daarop het prijzenbeleid voor toptalent in eigen hand nam. Goed idee. Al komen er ook nog wel eens aanvechtbare beslissingen uit de bus.
Genoeg hierover, want er is ander goed nieuws. Verrassend mooi nieuws zelfs. Afkomstig van een Franse collega en leeftijdgenoot van Ella van Poucke. Edgar Moreau (27) maakte in september 2020, samen met soulmate Michael Sanderling, in Luzern een buitengewoon inspirerende cd met louter joods georiënteerde muziek. Het geraffineerd samengestelde programma en de indringende uitvoeringen roepen zowel bewondering, ontroering als emoties op.
Ernest Bloch (From Jewish life en Rhapsodie hébraïque), Erich Wolfgang Korngold (Celloconcert), Max Bruch (Kol Nidrei) en Maurice Ravel (2 Mélodies hébraïques) staan daardoor postuum alsnog gezamenlijk op één podium. En het werkt. Vanaf de eerste maten van Blochs ‘Gebed, Smeekbede en Joods gezang’ slepen Moreau en Sanderling junior je mee naar een wereld en een tijd waarin de nazi’s het nog niet voor het zeggen hadden.
Korngold schreef zijn Celloconcert, net als zijn Vioolconcert, weliswaar pas na 1945 in Amerika, maar het past perfect in het profiel dat Moreau voor ogen heeft. Een hele cd vol composities die op de een of andere manier, en in welke instrumentatie dan ook, verwijzen naar de muzikale aspecten van het aloude Joodse geloof. En daartoe reken ik ook de muzikale bouwstenen die Korngold gebruikte als filmcomponist. Slim van hem dat hij van de grote bazen in Hollywood eiste dat hij het materiaal voor zijn filmscores later ook in ‘eigen’ composities mocht verwerken.
Hans Heg (Klassieke Zaken 1-2022)