Terug naar het overzicht
cover
Mahler Das Lied von der Erde (arr. Reinbert de Leeuw)
€ 23,99 Bestellen
Toevoegen aan winkelmandje Bestellen

Mahler

Das Lied von der Erde (arr. Reinbert de Leeuw)

3760014196331

Componist Mahler
Titel Das Lied von der Erde (arr. Reinbert de Leeuw)
Artiest Richardot, Lucile / Saelens, Yves / Het Collectief
Dirigent Leeuw, Reinbert de
Artikel nr. 0000633ALPHA
EAN Code 3760014196331
Aantal CD's 1
Label ALPHA
Releasedatum 2020-09-01
# Titel & Artiest Tijd
1 I. Das Trinklied vom Jammer der Erde — Yves Saelens; Het Collectief; Reinbert De Leeuw 007:01
2 II. Der Einsame im Herbst — HET COLLECTIEF - REINBERT DE LEEUW - LUCILE RICHAR 010:12
3 III. Von der Jugend — HET COLLECTIEF - REINBERT DE LEEUW - LUCILE RICHAR 003:13
4 IV. Von der Schönheit — HET COLLECTIEF - REINBERT DE LEEUW - LUCILE RICHAR 007:03
5 V. Der Trunkene im Frühling — HET COLLECTIEF - REINBERT DE LEEUW - LUCILE RICHAR 004:14
6 VI. Der Abschied — HET COLLECTIEF - REINBERT DE LEEUW - LUCILE RICHAR 031:34

Aanbevolen door...

De allerlaatste opname van Reinbert de Leeuw – hij overleed op 14 februari van dit jaar – is opgenomen in januari 2020; Mahlers Lied von der Erde. In de versie voor klein kamerorkest wint deze grootse liedcyclus van Mahler aan intimiteit en zeggingskracht. Het is een droombezetting met de zangers Yves Saelens, Lucile Richardot en Het Collectief onder leiding van Reinbert de Leeuw. ‘Het is muziek die de essentie raakt’, en ‘het gaat over het afscheid van het leven en dat is zo allesomvattend’, aldus Reinbert De Leeuw! Deze opname mag in geen enkele discotheek ontbreken.

CD Artline, Driebergen
Hans Verdurmen (Klassieke Zaken 5-2020)


Februari 2020 overleed Reinbert de Leeuw. Het laatste dat hij achterliet was zijn bewerking van Mahlers Lied von der Erde. Het Collectief - met Lucile Richardot en Yves Saelens als vocalisten - had het werk gelukkig nog uit kunnen voeren en op kunnen nemen onder leiding van de Nederlandse dirigent, pianist en componist. En hoe! ‘Het arrangement voor klein orkest is een wonder dat niets van Mahlers bedoelingen verliest’, zo meldt het Franse forumopera.com. Een hartverscheurend mooie zwanenzang die alleen al om muziekhistorische redenen in geen enkele cd-kast mag ontbreken.

Guido van Oorschot
Aangenaam Klassiek 2020

COLUMN

Rampjaar met leuke en pijnlijke verrassingen
Eerst het goede nieuws. Het Deutsche Grammophon-debuut van Mirga Grazinyte-Tyla in 2019 is – zoals was te verwachten – ingeslagen als een bom. In oktober werd bekend dat de Litouwse dirigent met ‘haar’ City of Birmingham Symphony Orchestra opnieuw in de prijzen is gevallen. Tweemaal zelfs. In Engeland en in Berlijn. En dat niet met de zoveelste Beethoven-cd. Nee: met de tweede en de eenentwintigste (Kaddish) van Mieczyslaw Weinberg.

Dat getuigt van moed en visie. Zo’n chef zou menig orkest – ook het Concertgebouworkest? – wel in huis willen hebben. Maar daarover geen nieuws. Wel over de Pools-Russische, en tot voor kort nagenoeg vergeten Weinberg (1919–1996), die sinds de herdenking van zijn honderdste geboortedag weer in de belangstelling staat. En terecht! Hij blijkt veel meer, veel beter en soms minstens zo eigenzinnig werk te hebben nagelaten als zijn vriend en collega Sjostakovitsj.

Omdat hij voor die tijd nauwelijks werd uitgevoerd hadden we daar echter weinig zicht op. Dankzij Mirga, Gidon Kremer en diens Kremerata Baltica, en niet te vergeten het Quatuor Danel, weten we inmiddels beter. Bij de zeventien strijkkwartetten zitten juwelen. Als ze maar net zo intens en liefdevol worden geserveerd als de Danels dat doen. En die Kaddish-symfonie van Weinberg, zijn laatste, grijpt kennelijk iedereen bij de keel die met de lezing van Mirga wordt geconfronteerd.

Des te merkwaardiger is het dat dit in memoriam voor de slachtoffers van het getto in Warschau hier, voor zover ik weet, nooit is uitgevoerd. Zelfs niet tijdens een 4 meiherdenking. Extra reden om deze cd weer eens onder de aandacht te brengen. De Gramophone riep hem onlangs uit tot Recording of the Year. Met daarbij de aantekening dat Grazinyte-Tyla via deze opname “een niet te missen statement” afgeeft over de plek van Weinberg in de twintigste-eeuwse muziek. Tijdens het ‘Grote Gala’ van Opus Klassik werd ze kort daarna tot ‘Dirigentin des Jahres’ uitgeroepen.

Met andere woorden: Mirga is hot. Voor mij reden om als de bliksem een nieuwe release van DG aan te vragen ter recensie in deze column. Aanvankelijk geen reactie, dus even rondgebeld en gemaild met Universal. Wat blijkt? De opname van Brittens Sinfonia da Requiem verschijnt voorlopig niet op cd maar is wel via streaming te beluisteren. Absoluut aan te raden, het orkest van Birmingham levert opnieuw een formidabele prestatie.

Ik heb dit ietwat ondergeschoven kind van Britten, zijn opus 20 uit 1940, zelden zo spannend gehoord. Een fraaie start van wat bijna terloops als The British Project wordt aangeduid. Blijft de vraag wanneer dit ‘requiem’, dat geen gezongen dodenmis is in traditionele zin maar eerder een symfonisch gedicht als Tod und Verklärung van Strauss, dan wel (of helemaal niet) op cd uitkomt. Een nieuwe trend? We zullen moeten afwachten wat 2021 ons, en Mirga’s fans, heeft te bieden.

Bij een terugblik op 2020, voor mij persoonlijk niet alleen een rampjaar door alle corona-ellende, kunnen we natuurlijk niet om het ‘requiem’ van (en voor) Reinbert de Leeuw heen. Kort voor zijn overlijden in februari maakte hij in het Muziekgebouw aan ’t IJ nog een opname van Mahlers Lied von der Erde. Niet in de originele versie voor groot orkest, maar in een kamermuziekversie die hij al in 2010 blijkt te hebben gemaakt. Opmerkelijk. Wat verloren gaat aan een rijk en verzadigd klankpalet levert winst op door de verrassende en expressieve helderheid van het klankbeeld.

Naast andere recente versies van Mahlers ‘requiem’ onder Jurowsky uit Berlijn (Pentatone) en Fischer uit Boedapest (Channel Classics) zorgt de intieme lezing van De Leeuw voor nieuwe stof tot discussie. Omdat ze alle drie hoge ogen gooien. Groot compliment voor het Belgische ensemble Het Collectief, dat De Leeuw hoorbaar in zijn hart heeft gesloten. In het in memoriam op zijn site meldt het Muziekgebouw aan ’t IJ: “Ook met Het Collectief gaf hij vele onvergetelijke concerten en was hij een invloedrijke spil in het hedendaagse muziekleven (…), hij heeft onze blik op het muzieklandschap van de afgelopen halve eeuw voorgoed veranderd.”

Hoe anders ging het er in oktober aan toe in het Concertgebouw. Daar werd een gedenkteken onthuld op de eerste etage, tegenover de buste van Mahler. Ter herinnering aan de Joodse muzikanten van het Concertgebouworkest die in 1941 uit het orkest werden gezet. Op bevel van de Duitsers. Zeventien moesten er verdwijnen, drie keerden niet meer terug. Directeur Simon Reinink daarover op de radio: “Het Concertgebouw was bepaald geen baken van verzet (…). Een smet op onze geschiedenis en dat zullen we moeten blijven dragen. Ik hoop dat deze plaquette een vorm van eerherstel is – weliswaar heel erg laat.”

Het toont opnieuw hoe effectief en geraffineerd de bezetter destijds te werk ging. In april 1941 kreeg het bestuur van het orkest opdracht alle Joodse orkestleden te ontslaan. Op 8 juni speelden ze hun laatste concert onder Eduard van Beinum. Op voorspraak van het bestuur werden ze aanvankelijk naar kamp Barneveld gezonden maar later toch doorgestuurd naar Theresienstadt, Auschwitz en Sobibór. De door Evelyne Merckx en René Knip ontworpen plaquette, met de namen van alle slachtoffers, is beeldschoon in al haar eenvoud.

Hans Heg (Klassieke Zaken 6-2020)

  • cover
  • cover
Terug naar het overzicht