4011790758329
Componist | diversen |
Titel | Christa Ludwig |
Artiest | Ludwig, Christa |
Artikel nr. | 0758083C |
EAN Code | 4011790758329 |
Aantal CD's | 3 |
Label | ORFEO |
Releasedatum | 2015-08-01 |
Tachtig werd ze in maart dit jaar, de legendarische Duitse mezzosopraan Christa Ludwig. De Weense Staatsopera, een kleine veertig jaar haar werkgever, eert haar met een cd-portret en de heruitgave van Bizets Carmen onder Lorin Maazel, met Ludwig in de titelrol. Beide zijn verkrijgbaar in de Orfeoserie ‘Live recordings’.
door Joke Dame
In 1994 nam Christa Ludwig, 66 jaar oud, afscheid van het podium met de nuchtere opmerking: ‘De muziek blijft, maar ik zing geen noot meer.’ En later, toen haar nog eens gevraagd werd waarom ze eigenlijk met zingen was gestopt: ‘Dan kon ik eindelijk eens net zoveel eten en praten als ik wilde.’ Die laconieke houding kenmerkt de zangeres die van haar moeder, ooit ook in het zangersvak net als Ludwigs vader, leerde dat eenvoud het hoogste goed is in alles wat je doet. ‘Leicht muss man sein,’ zong ze met instemming in de rol van de Marschallin in Strauss’ Rosenkavalier, toen ze uiteindelijk verlost was van Octavian, ‘die sukkel’ die ze aanvankelijk zo vaak moest spelen. Ze hield niet van hosenrollen, gaf ze ruiterlijk toe en ze kreeg er in Oostenrijk aanvankelijk zo veel te zingen.
De Duitse Kammersängerin - deze eretitel verkreeg ze in 1962 - was bijna veertig jaar verbonden aan de Weense Staatsopera die haar nu, vanwege haar tachtigste verjaardag, met een cd-portet eert. De driedelige box met live-opnamen presenteert haar chronologisch in het brede repertoire waarmee de veelzijdige mezzo, die niet terugdeinsde voor een enkele sopraanrol, haar publiek zo dikwijls verraste. Vanaf Cherubino uit Le nozze di Figaro, de gehate travestierol waarmee ze in de Salzburger Festspiele debuteerde, tot wat ze zelf haar laatste kreten als Klytämnestra noemt, haar afscheid van het operapodium in Elektra, maken we haar operacarrière nog eens mee, met als hoogtepunten Beethovens Fidelio, Alban Bergs Wozzeck, Wagners Tannhäuser en Lohengrin.
‘Mijn stem zat gewoon goed,’ reageerde Ludwig op interviewers die zich over haar stemgemak verbaasden. Haar ouders hadden haar het zingen immers met de pap al ingelepeld. Het was iets natuurlijks, net zoals goed spreken. Bovendien heeft ze aan opera nooit te veel waarde gehecht: opera is maar opera.
Dat de Weense Staatsopera een opname uit 1966 uitbrengt van Bizets Carmen, waarin zij de titelrol zingt, is pikant: het was geen geheim dat ze zeer gemengde gevoelens koesterde voor Bizets protagonist. Ze voelde zichzelf zo’n beetje het anti-type van Carmen, schreef Ludwig in haar memoires uit 1994. Al als vijfentwintigjarige worstelde ze met deze beroemde mezzorol. Pas in de opvatting van Lorin Maazel en regisseur Otto Schenk vond ze haar draai: geen grote, sentimentele gebaren, maar elegante en gracieuze lijnen, lichtvoetige tempi en een transparant, soms geheimzinnig en flexibel orkest. Dichter bij de stijl van de opéra comique, was de bedoeling, en zo zingt Ludwig dan ook haar titelrol in Carmen. Als een chanson
begint ze haar Habanera, bijna achteloos klinkt de Seguidilla. Wat een goed idee van de Weense Staatsopera om ook deze Ludwig voor de eeuwigheid vast te leggen.