Velden, Mieneke van der

2008-03-31 13:20:55

Zielenbalsem van Mieneke van der Velden

Al twintig jaar timmert de Nederlandse gambiste Mieneke van der Velden in binnen- en buitenland aan de weg. Met het door haar opgerichte ensemble L’Armonia Sonora heeft zij een vaste plek verworven op de oude muziekpodia. Haar jongste cd ‘Da Gamba’, met kamermuziek van Bach, is het zoveelste hoogtepunt in haar succesvolle carrière.

door Frans Jansen

Dankzij Bach is de viola da gamba nooit helemaal vergeten. Dit celloachtige instrument met zes snaren, dat begin 17e eeuw in Engeland en later in Frankrijk en Duitsland zijn hoogtijdagen vierde, werd ten tijde van Bach als verouderd beschouwd. Echter niet door de Thomascantor, die gedurende zijn hele leven repertoire bleef componeren voor deze ‘beenviool’ met de melancholische klank. De aria’s met gambasolo ‘Komm süsses Kreuz’ en ‘Es ist vollbracht’ (uit respectievelijk de Matthäus en de Johannes Passion) zijn de beroemdste voorbeelden, daarnaast schreef hij ook kamermuziek voor het instrument.
Van de drie Sonates voor viola da gamba (BWV 1027-1029) zijn de originele manuscripten helaas verloren gegaan en is de datering niet met zekerheid vast te stellen. Van deze composities circuleren vele kopieën uit latere tijden en bestaan er even zovele varianten ten aanzien van de instrumentatie. Zo is het moeilijk om een definitieve, door Bach bedoelde versie vast te stellen.
Mieneke van der Velden, die het vak leerde van gambagrootheden als Wieland Kuijken en Jaap ter Linden, kiest met haar ensemble overwegend voor eigen bewerkingen en transcripties van deze werken, zonder de harmonieën en het idioom van Bach aan te tasten. En daarin is zij wonderwel geslaagd.
Het is voornamelijk de instrumentatie die in het oog springt. Zoals in de Sonate in G (BWV 1027): de obligate klavecimbelpartij is bewerkt voor soloviool en basso continuo, terwijl het gambagedeelte onaangetast is gebleven. Ondanks het uiteenlopende timbre, kleurt Van der Veldens gamba schitterend met de viool van collega François Fernandez (beiden spelen op originele instrumenten uit de 17e eeuw) en niemand krijgt daarbij het gevoel dat de grote meester geweld wordt aangedaan.
Voor de Triosonate in G (BWV 1038), waarmee de schijf opent, ligt dit nog een stukje gecompliceerder. De baspartij van deze compositie ontstond in de periode 1732-1735 en komt overeen met die van twee andere Bachwerken, terwijl zoon Carl Philipp Emanuel hier nog eens een fluit- en een vioolpartij aan toevoegde. Voor deze gelegenheid is dit vierdelige werk succesvol bewerkt voor viool, viola da gamba en basso continuo.
Tussen de sonates door klinken respectievelijk de virtuoze Sinfonia uit cantate 76, waarbij de oorspronkelijke hobo d’amore is vervangen door orgel (dit stuk is later door Bach weer gebruikt als het openingsdeel van de vierde Triosonate voor orgel), een Fantasia met twee thema’s (BWV 917) en de derde Sinfonia (BWV 789). Hier verdienen klavecinist Siebe Henstra en organist Leo van Doeselaar een compliment voor hun stijlvolle en subtiele spel.
Opnieuw een bewijs hoe onuitputtelijk de rijkdom van Bachs muziek is, balsem voor de ziel als zij uitgevoerd wordt door topmusici als Mieneke van der Velden.

Johann Sebastian Bach
Da Gamba
Mieneke van der Velden (viola da gamba), L’Armonia Sonora
Ramée RAM 0801

http://www.mienekevandervelden.com

Relevante recensies