2007-03-07 11:10:44
Vergelijk hem eventueel met André Rieu. Zoals binnen de klassieke wereld Rieu nog altijd als een populistische parvenu wordt beschouwd, zo wordt Jacques Loussier binnen grote delen van de jazzwereld verguisd en beschimpt. De Franse pianist brengt al decennia goed verkopende albums, waarbij op een vriendelijke wijze naar hartelust wordt geïmproviseerd op composities van Mozart, Chopin, Beethoven, Händel, Debussy en consorten. Alle dertien goed, zoiets, en nu is Bach aan de beurt. Is dit album een mijlpaal in jazz? Nee, in de verste verte niet. Het is aangename luisterkost, die als de global warming niet al te vernietigend toeslaat en over duizend jaar nog steeds in alle Vinexwijken van de wereld ten gehore zal worden gebracht in muzikale fruitmanden. Dat is natuurlijk wel de kracht van Loussier: wat hij ook doet, hij ráákt. Loussier is een meer dan begenadigd pianist, met een goed oor voor markante thema’s die hij op innemende wijze een jazzy touch meegeeft. Loussier brengt de zes Brandenburgse Concerten met een speelse lichtheid, met een sprankelend joie de vivre. Het is wachten op een ontmoeting tussen Rieu en Loussier. Geheid dat het een gouden plaat oplevert. En waarom ook niet, jazz hoeft toch niet altijd zware bourbon te zijn? Loussier kiest voor champagne, en die bubbeltjes staan hem goed. Aangenaam klassiek, maar dan in jazz. Proost!