Janssen, Ivo

2007-03-28 11:25:57

Ivo Janssen vertaalt geest in geluid

De pianist Ivo Janssen heeft onlangs met Die Kunst der Fuge zijn opnamen van de integrale solowerken van Johann Sebastian Bach voltooid, een project dat bewondering afdwingt. Al in 1997 kreeg de eerste cd in de reeks, met de Goldbergvariaties, direct mooie kritieken. Tien jaar later kan ook het slotstuk van deze heroïsche onderneming met mooie woorden worden begroet.

door Stephen Westra

De kunst biedt meer dan het leven. Hoe vaak denk je niet: had ik dit gedaan, was er dat gebeurd. Als ik toen rechtsaf was gegaan en niet links, zou ik waarschijnlijk... Als, als: in het leven maak je keuzes en dan kun je niet meer terug. De kunst, geniale uitvinding der mensheid, kent die beperking niet. Neem Die Kunst der Fuge van Bach. Het heeft een simpel themaatje van zegge elf tonen. Bach kan het zus laten horen en hij kan het zo laten horen. Gaat er eerst ‘ns mee rechtsaf, probeert het dan ook eens linksom. Hij maakt een keuze en komt daar weer op terug. Als, als: de mogelijkheden zijn legio. Ivo Janssen nam in 1997 een kloek besluit: ik speel Bach op de vleugel. Klavecimbels, klavichords - nee. En vervolgens zat hij er tot en met Bachs zwanenzang Die Kunst der Fuge aan vast. Deze muziek is bijna abstract, verdraagt nauwelijks klank. Bach zelf zou Die Kunst het liefst op het fluisterzachte klavichord hebben gespeeld, wanneer hij er al überhaupt al behoefte aan had geest in geluid te vertalen. Is zo’n grote vleugel dan niet wat brutaal? Janssen koos voor de Yamaha, een objectief klinkend instrument. En daarmee kwam hij Bach een heel eind tegemoet. Zo’n Yamaha heeft minder persoonlijkheid dan, zeg, een Steinway of een Bösendorfer: muziek en musicus moeten het helemaal zelf doen. Dat telde voor Bach. Janssens Yamaha zou dan ook niet op zijn protest zijn gestuit.

Het eerste wat bij Janssen opvalt is helderheid. Openheid. Misschien zijn omwille van die helderheid nieuwe thema-inzetten soms wat te geprononceerd. Heeft hij een nieuwe fuga voorzichtig opgezet dan is zo’n inzet bijna te scherp. Maar overzichtelijk is het wel. En levendig! Contrapuntus IX a 4 alla duodecima zou in Janssens vertolking heel goed de prelude tot een Engelse suite kunnen zijn, muziek van een jongere, van levenslust schuimende Bach. Uitgelaten vrolijk is ook Contrapuntus XII (rectus en inversus) en werkelijk fantastisch
is de Canon alla ottava. Ze zijn zo kwajongensachtig onstuimig, dat ik schroom de stukken met hun deftige Latijnse namen aan te duiden. Maar binnen Bachs immer permuterende ‘noot tegen noot’, een met inversies en kreeftengangen tot in het oneindige uitgebreide ‘als-als’spel, moeten er ook momenten van melancholie zijn, en van ingetogenheid. Er is tenslotte een oude man aan het woord. Ik dacht hem bij Janssen aanvankelijk niet tegen te zullen komen. Totdat hij in Contrapuntus XII zijn wat donkere gelaat openbaart, na zich in Contrapuntus XI al heel even te hebben laten zien: elke frase wordt, als vermoeid, abrupt beëindigd - als een regendruppel die in droog zand valt en onmiddellijk wordt opgezogen. Deze momenten van kalmte en kaalheid bevallen me zeer in een werk dat in z’n totaliteit tot drukte verleidt. Daarna is Janssen weer levenslustig als vanouds. Het past ook bij dit meesterwerk. Het is immers muziek uit het volle leven, zij het dan door middel van een kunstgreep.

J.S. Bach
Die Kunst der Fuge
Ivo Janssen (piano)
VOID 9809

http://www.voidclassics.com

Relevante recensies