Ferschtman, Liza

2007-06-01 12:45:59

Liza Ferschtman, de bewijsdrang voorbij

In november vorig jaar kreeg Liza Ferschtman de Nederlandse Muziekprijs uitgereikt. Terwijl ze al druk bezig is met de voorbereidingen voor het eerste Delft Chamber Music Festival dat onder haar verantwoordelijkheid valt, verschijnt haar eerste recital-cd op Challenge Classics.

door Paul Janssen

Zo’n Nederlandse Muziekprijs is eigenlijk iets subjectiefs en betrekkelijks,’ zegt Liza Ferschtman onbevangen. ‘Het is ongetwijfeld goed voor de roem en de glorie, maar voor mij was de weg naar de prijs het allerbelangrijkste.’ Die weg is inderdaad waar het om gaat. Kandidaten voor de Nederlandse Muziekprijs beginnen na een auditie aan een tweejarige studieperiode die ze kunnen benutten om hun spel, hun persoonlijkheid en hun podiumprésence naar een hoger niveau te tillen. Pas aan het eind van deze periode, waarin de musicus in kwestie intensief gevolgd wordt, bepaalt de commissie of de prijs wel of niet wordt toegekend. Uiteindelijk is hij niets anders dan het toefje slagroom op de taart. Liza Ferschtman heeft tijdens dat studietraject veel steun gehad van Huub van Dael, de voorzitter van de commissie die fungeerde als haar mentor. ‘Ik wist dat hij nog andere ‘mentorkinderen’ had en dat hij eigenlijk wilde afbouwen, dus ik voelde mij zeer vereerd. Huub is zelf violist geweest en zowel psychologisch als instrumenttechnisch was hij heel waardevol voor mij. We hebben veel over de dingen des levens gesproken. Wat mij vooral heeft geholpen is dat ik onbevangen met iemand van buiten mijn familie kon spreken die het volste vertrouwen in mijn muzikaliteit had.’

Ferschtman komt uit een buitengewoon muzikale familie. Ze is een dochter van het in Nederland wonende Russische echtpaar Dmitri Ferschtman en Mila Baslawskaya, cellist en pianiste. Al op vijfjarige leeftijd kreeg ze haar eerste vioollessen van niemand minder dan Philip Hirshhorn. Later studeerde ze onder anderen bij Herman Krebbers. Toen ze in 1998 haar conservatoriumdiploma kreeg uitgereikt had ze haar eerste grote trofee al op zak: het Oscar Back Concours 1997. Dat vormde het startsein voor haar solocarrière. ‘Ik heb het na de hausse rond het Oscar Back Concours een periode heel bewust wat rustiger aan gedaan om aan mijzelf als mens en musicus te werken,’ zegt ze over de valkuilen van zo’n concours. ‘Hoe functioneer ik? Hoe sta ik in het leven? Dat werden opeens belangrijke vragen. Gelukkig heeft de studie voor de Nederlandse Muziekprijs veel bijgedragen om daarop antwoorden te vinden.’ De commissie van de Nederlandse Muziekprijs heeft haar ook indirect geholpen om het plezier in het vioolspelen te vergroten. ‘Een van de adviezen van de commissie was: laat de focus op de techniek en de perfecte uitvoering nu eens los en ga echt muziek maken. Ik dacht dat ik dat al deed, maar de commissie had gelijk. Die bewijsdrang was er wel degelijk. Nadat ik de Nederlandse Muziekprijs had gekregen waren er twee keuzes: bewijzen dat ik de prijs waard was of de bewijsdrang vergeten en laten horen wie ik ben. Ik heb voor het laatste gekozen en pas nu kan ik zeggen dat ik niet meer de neiging heb te laten horen dat ik het heus wel kan.’

Familieverhalen
Jarenlang gold Ferschtman als jong talent en zag men haar als violiste van de toekomst. Dat beeld legde onbewust veel druk op haar. ‘Dat jong-talentidee heb ik inmiddels vaarwel gezegd. Ik ben echt volwassener geworden en heb rust op het podium gevonden.’ Haar houding is die van een echte solist, van iemand met uitstraling en een zinderende passie. Van iemand die voor het vak geboren lijkt. ‘Er gaan een paar verhalen rond in de familie,’ lacht ze. ‘Bijvoorbeeld dat ik als heel klein meisje, nog vóórdat ik een viool had, met een speelgoedtelefoon rondliep en zei dat ik ging ophangen omdat ik met de dirigent moest praten. Toen ik dat jaren later in een serieuze context tegen mijn vader zei, kwam die kinderfantasie als een déjà vu terug. Wat mij ook is bijgebleven is dat ik vroeger vaak zittend studeerde. Mijn moeder zei dan altijd: solisten zitten niet. Toch heb ik mij zélf niet meteen als solist gezien. Ik was onzeker en zat met heel veel vragen. “Ben ik wel goed genoeg?” vroeg ik me geregeld af. Het publiek heeft er immers niets aan om een zoveelste violiste te horen die middelmatige concerten geeft. Een enkele keer komt dat gevoel ook nu nog terug, al heb ik wel altijd het idee gehad dat ik iets te melden heb. Ik heb een visie en die wil ik uitdragen. Ook in ensembles. Dat neemt trouwens niet weg dat ik met een sterke musicus naast mij ook de tweede viool kan spelen.’

Dat ze inderdaad een stapje terug kan doen, bewijst ze op haar eerste recital-cd die ze samen met pianist Inon Barnatan heeft opgenomen. Ze spelen daarop de laatste vioolsonate van Beethoven, de Fantasie D 934 van Schubert en een instrumentale versie van diens ‘Sei mir gegrüsst’, dat een deel van het thematisch materiaal voor de Fantasie leverde. Onlangs verscheen het schijfje bij Challenge Classics. ‘De cd is bedoeld als het begin van een langere samenwerking. Er liggen wat plannen, zoals een orkest-cd, een cd met werken van Bartók, Enescu en Janácek en een solo-cd met werken van Bach en Ysaÿe. Ik heb gelukkig een grote vrijheid om op te nemen wat ik wil en te werken met wie ik wil.’
Met Barnatan speelt Ferschtman sinds 2002 samen. Het Beethovenavontuur dat ze vorig jaar met hem aanging, gaf de doorslag om samen de cd op te nemen. ‘We speelden de complete Vioolsonates van Beethoven als cyclus. Dat heeft ons dichter bij elkaar gebracht. Hij staat zijn mannetje, is een echte solist. Precies wat ik nodig heb. En, ook belangrijk, onze taal is dezelfde. En dan nóg hebben we wel eens onenigheid! Het was hard werken om in de Sonates de juiste balans te vinden. Ik ben wel bang geweest dat we te jong bevonden zouden worden voor dit repertoire, en ook dat heel correct Nederland over ons heen zou vallen omdat de historische uitvoeringspraktijk bij ons niet zo’n grote rol speelt. Dat viel gelukkig reuze mee. De cyclus is uitstekend ontvangen.’ En terecht, aan de uitvoering Beethovens Sonate voor piano en viool in G op. 96 op de cd te horen. ‘Het is de sonate waar we tijdens onze tournee het meest tegenop zagen, vooral vanwege zijn muzikale complexiteit. Maar tegen de verwachting in voelden we ons er juist in thuis. Oorspronkelijk was het idee dat we de cd helemaal aan Schubert zouden wijden, maar zo vlak na die Beethovencyclus leek het mij wel gepast daar iets mee te doen, vooral toen ik ontdekte dat zijn laatste sonate heel dicht tegen Schubert aan ligt.’ Toch is de cd aan Ferschtman zelf niet besteed. Ze heeft de montage uiteraard gehoord en goedgekeurd, maar zal het schijfje niet snel in haar cd-lade leggen. ‘We voeren de Fantasie van Schubert nu regelmatig live uit en ik heb iedere keer het gevoel dat het beter gaat. Eigenlijk begrijp ik nu pas hoezeer een cd een momentopname is.’

Ludwig van Beethoven
Vioolsonate in G op. 96
Franz Schubert
Fantasie voor piano en viool in C
Sei mir gegrüsst D 741 / op. 20 no. 1
Liza Ferschtman, viool & Inon Barnatan, piano

http://www.lizaferschtman.com

Relevante recensies