Egarr, Richard

2006-10-08 13:45:35

Mozart was evenzeer een romanticus als Schumann, Liszt en Wagner, betoogt Richard Egarr in zijn essay. Een provocerende stelling, die hij in woord en spel gloedvol verdedigt. In deze fantasieën, rondo’s en andere vrijer opgezette stukken horen we Mozart op zijn spontaanst en grilligst. Het Adagio in b (KV 540), dat als een van Mozarts meest sublieme pianocomposities wordt beschouwd, is een treffend voorbeeld. Met zijn fragmentarische, zoekende thema en zijn onrustige modulaties naar steeds weer andere toonsoorten horen we een componist die de dieptes van het eigen gemoed aftast en zijn gevoelens in de eerste plaats voor zichzelf lijkt te willen vormgeven. ‘Hier evenaart Mozart daadwerkelijk Schubert,’ aldus Egarr, en daarmee zegt hij geen woord te veel. Egarr, al jaren behorend tot de wereldtop der klavecinisten en fortepianisten, gaat nergens het stilistische boekje te buiten. Dat we hier een ‘romantische’ Mozart horen, betekent niet dat de pianist zwelgt in rubati en pedaalgebruik. Integendeel. Alleen in het afsluitende Adagio in C gebruikt hij van begin tot eind beide pedalen van zijn fraaie instrument (Johann Zahler, ca. 1805). Een betoverend effect, dat het onaardse, boventoonrijke geluid van de glasharmonica, waarvoor Mozart het oorspronkelijk schreef, verrassend benadert.

Jan Kunst

http://www.moens-artists.nl/moens_artists/homeEgar.html

Relevante recensies