Cunego, Assia
2009-10-11 20:10:35
Simeon ten Holts compositie Canto Ostinato bestaat in meerdere gedaanten: voor twee piano’s, vier piano’s en voor piano’s en marimba. De harpiste Assia Cunego voegt aan die uitgebreide verzameling een nieuwe versie toe. De componist is lyrisch over de bewerking én de uitvoering van de Italiaanse.
‘Frisia non cantat’, schreef een Romeinse auteur in de oudheid, waarmee hij louter doelde op de toen al beruchte Friese koppigheid. In de loop der eeuwen is de kreet echter tot een spreekwoord geworden voor ons wankelmoedige muzikale zelfbeeld, met als merkwaardige
bijkomstigheid dat maar bar weinig ‘klassiek’ werk van eigen bodem zich in het collectief geheugen van muziekminnend Nederland heeft gegrift.
Bent u toch tot een kleine selectie gekomen? Dan is het aannemelijk dat één specifiek werk hier deel van uitmaakt: Canto Ostinato van Simeon ten Holt (1923). Het pianowerk geniet immers vanaf zijn première een ongekende populariteit en is al vaak op cd verschenen. De ingewijde liefhebber zal beamen dat hiermee vele bezettingen zijn gemoeid (van pianoduo tot een versie voor piano’s en marimba’s). Diezelfde liefhebber zal reikhalzend uitzien naar de gloednieuwe harpversie die binnenkort verschijnt bij het Nederlandse label Etcetera.
Op deze nieuwe registratie staat een solo-uitvoering van de Italiaanse harpiste Assia Cunego (1983), die de oorspronkelijk pianopartituur omwerkte voor de harp. Ten Holt was er vanaf het vroegste begin lyrisch over en schreef aan Cunego: ‘Het is duidelijk dat je de muziek van Canto in je hart gesloten hebt en ik voel mij als componist zeer vereerd met de door jou zo kundig gemaakte bewerking.’
Kundigheid was inderdaad een vereiste en dit heeft alles te maken met de ontstaansgeschiedenis van het werk. Ten Holt voltooide zijn magnum opus in 1979 en het was in deze jaren dat de Bergense componist de naoorlogse avantgarde voorgoed vaarwel zei. Ten Holt zocht naar een toegankelijker idioom, waarbij op traditionele harmonie niet langer werd gespuugd, waarin repetitieve elementen overwaaiden uit de Amerikaanse minimal music en waarin de uitvoerende een grotere rol speelde. Dit alles komt samen in de open structuur van Canto Ostinato: het werk is geschreven voor een variabel aantal piano’s en bestaat uit zo’n honderd secties die naar believen mogen worden herhaald. Daarnaast kan de uitvoerende vrijelijk kiezen uit een breed scala aan stemmen en is hij of zij tevens verantwoordelijk voor zaken als dynamiek en frasering. Met andere woorden, naast vertolker is de uitvoerende vooral medecomponist en dit maakte Cunego’s transcriptieve arbeid des te uitdagender.
Hoe deze arbeid heeft uitgepakt? Zeker is dat Ten Holts lofuitingen niet overdreven zijn. Hoewel het werk in deze solo-uitvoering iets van zijn rijke gelaagdheid verliest, krijgt het er veel voor terug. Cunego’s grote dynamische bereik en veelzijdige articulatie geven reliëf aan het kabbelende stemmenweefsel en dit stelt haar in staat een subtiel spel te spelen binnen de zich traag ontwikkelende spanningsboog. Haar ronde, volle harpklank, gedragen door de diepe resonantie van het instrument, roept bovendien een weelderige klankwereld op, waarin deze muzikale meditatie onbevangen voortschrijdt. Om kort te gaan: Cunego cantat! Cunego cantat ostinato!
door Joep Christenhusz
Simeon ten Holt
Canto Ostinato
Assia Cunego
Etcetera / KTC 1398
http://www.assiacunego.com
Relevante recensies