2009-02-11 20:57:18
De jonge Griekse dirigent Constantinos Carydis debuteerde in februari 2008 bij de Nederlandse opera met Die Entführung aus dem Serail. Daaraan voorafgaand verdiende hij zijn sporen aan diverse belangrijke theaters in Duitsland. Dit resulteerde in 1999 in een aanstelling aan het prestigieuze Müchener Staatstheater am Gärtnerplatz. Aan zijn zijde vindt hij de Nederlandse regisseur Johan Simons die in Parijs debuteerde als operaregisseur. Simons toont zich, in een overwegend moderne setting, een heldere regisseur die het libretto met een haast kinderlijke eerlijkheid benadert. Dit is niet negatief bedoelt. Simons brengt geen dubbele bodems aan en deelt ook geen geraffineerde knipogen uit aan het publiek. Eenvoud is zijn credo en als aan het einde van de opera het decor om valt, ontmaskert hij de theaterillusie en geeft hij de realiteit terug aan het publiek. Carydis concerteert en begeleidt met verve. Het wordt de solisten niet moeilijk gemaakt om hun aria’s en ensembles goed te zingen. Laura Aikin is een waardige, volwassen Constanze die haar martelaarschap overtuigend uitzingt. Edgaras Montvidas is een aristocratische Belmonte. Kurt Rydls ‘O wie will ich triumphieren’ is vol en mannelijk. Zijn rol, ernstig en luimig tegelijk, ontaardt nooit in flauwe slapstick. De registratie is zoals we van De Nederlandse Opera gewend zijn: totaalbeelden en indringende close-ups wisselen elkaar af.