2007-08-12 19:46:39
In de jaren vijftig van de negentiende eeuw ontstond een heftige polemiek over de betekenis van de instrumentale muziek. Aan de ene kant stonden de ‘progressieven’. Zij vonden dat de instrumentale muziek buitenmuzikale concepten nodig had ter rechtvaardiging. Fervente aanhangers van deze stroming waren Liszt en Berlioz. Lijnrecht hiertegenover bevond zich het kamp van de ‘absoluten’, die meenden dat muziek bestaat uit louter ‘tönend bewegte Formen’. Hanslick, voorman van de ‘absoluten’, verwoordde zo de mening van zijn medestanders, onder wie Johannes Brahms. De invloed van dit denken is terug te vinden in Brahms’ muziek. Die is poëtisch maar nooit zwelgend, complex en tegelijkertijd classicistisch in opbouw. De Deense violist Nikolaj Znaider paart een fenomenale techniek aan een loepzuivere klank en Yefim Bronfman, zijn muzikale partner, is uitstekend aan hem gewaagd.